Vanaf 2021 is het heffingsvrije vermogen in box 3 omhoog gegaan naar € 50.000 of € 100.000 met de fiscale partner. In 2020 betaalde iedereen met een vermogen van minstens € 30.846 (of € 61.692 met de fiscale partner) hier belasting over. Hierdoor betalen bijna 1 miljoen spaarders en kleine beleggers ten opzichte van 2020 geen box 3-belasting meer. Ook betekent het dat iedereen met een spaar- of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover in 2021 minder belasting gaat betalen.
Vermogensgrens hoger in de 3 schijven
Box 3 werkt met drie schijven om belasting te berekenen. Vanaf 2021 veranderen alleen de grenzen van deze drie schijven.
Spaargeld en beleggingen zijn tot en met €50.000 vrijgesteld van belasting. Boven deze €50.000 gelden de volgende schijven:
- Schijf 1 loopt in 2021 van €50.000 tot €100.000 (2020: €30.849 tot €103.643).
- Schijf 2 loopt in 2021 van €100.000 tot € 1.000.000 (2020: €103.643 tot €1.036.418).
- Schijf 3 begint in € 1.000.000 (2020: vanaf €1.036.418).
De Belastingdienst werkt met percentages per schijf over de oplopende opbrengst. Voor fiscale partners zijn het heffingsvrije vermogen en de schijfgrenzen het dubbele van de hierboven genoemde bedragen.
Vermogensmix blijft hetzelfde
De Belastingdienst blijft rekenen met een vaste vermogensmix per schijf. Daarbij gaan zij ervan uit dat spaarders een deel van hun vermogen sparen en een deel beleggen. De Belastingdienst gebruikt hierin een vaste verhouding per schijf (de vermogensmix). De vermogensmix blijft hetzelfde in 2021.
- In schijf 1 gaat de Belastingdienst uit van 67% spaargeld en 33% beleggingen.
- In schijf 2 gaat de Belastingdienst uit van 21% spaargeld en 79% beleggingen.
- In schijf 3 gaat de Belastingdienst uit van 100% beleggingen.
Voor het deel spaargeld en het deel beleggingen in de vermogensmix gelden percentages over de opbrengst.
Percentages opbrengst uit vermogen aangepast
Vanaf 2021 wordt er 0,03% rendement berekend over het spaargedeelte (0,07% in 2020). Over het beleggingsdeel wordt 5.69% rendement berekend (5,28% in 2020). Beide percentages zijn dus iets aangepast. Wel blijven deze percentages forfaitair. Dat wil zeggen dat ze gelden voor iedereen in box 3, ongeacht hoeveel opbrengst iemand haalt uit spaargeld of kleine beleggingen.
Het tarief van de box 3-belasting is omhoog gegaan
Iedereen die in 2021 een vermogen heeft van €50.000 of meer, betaalt 31% belasting over de opbrengst uit vermogen. In 2020 was dat 30%.
Nieuwe schijfgrenzen niet van invloed op toeslagen
De nieuwe schijfgrenzen zijn niet van invloed op het wel of niet krijgen van toeslagen. Zoals zorgtoeslag, huurtoeslag of kindgebonden budget. Daar gelden andere vermogensgrenzen voor. De nieuwe schijfgrenzen zijn ook niet van invloed op de eigen bijdrage in de langdurige zorg (vermogensinkomensbijtelling).