Ondernemers die een bedrijfsmiddel verkopen voor een hogere prijs dan de boekwaarde, kunnen de belastingheffing over de meeropbrengst boven de boekwaarde uitstellen door het vormen van een herinvesteringsreserve. Een ondernemer die een herinvesteringsreserve wil vormen moet wel het voornemen hebben om tot herinvestering over te gaan. De herinvesteringsreserve wordt geheel of gedeeltelijk afgeboekt op de aanschafprijs van door de ondernemer aangeschafte bedrijfsmiddelen.
Afboeking van een herinvesteringsreserve op bedrijfsmiddelen, waarop niet pleegt te worden afgeschreven of waarvan de afschrijvingstermijn langer is dan tien jaar, is alleen toegestaan voor zover de reserve is gevormd bij de verkoop van bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie in de onderneming.


Afschrijvingstermijn bepalend voor afboeking herinvesteringsreserve
Een vennootschap onder firma (vof) verkocht haar melkquota en nam de behaalde boekwinst op in een herinvesteringsreserve. De vof kocht vervolgens een zonnepaneleninstallatie. De herinvesteringsreserve werd afgeboekt op de aanschafprijs van deze installatie. De Belastingdienst corrigeerde de afboeking van de herinvesteringsreserve. Er volgde een procedure bij de rechtbank waarin aan de orde was wat de afschrijvingstermijn van de installatie was. De lengte van de afschrijvingstermijn is van belang voor het antwoord op de vraag of de herinvesteringsreserve kon worden afgeboekt op de aanschafprijs.


De rechtbank was van oordeel dat afschrijvingstermijn van de zonnepaneleninstallatie langer was dan tien jaar. Voor de bepaling van de economische levensduur zijn de garantieperiode en de terugverdientijd van de investering niet bepalend. Het is maatschappelijk niet gebruikelijk dat garanties worden gegeven voor de gehele levensduur van bedrijfsmiddelen. Verder is gebruikelijk dat een bedrijfsmiddel na afloop van de terugverdientijd nog steeds economisch rendabel is. Ook de technische ontwikkelingen van zonnepanelen in de afgelopen jaren hadden volgens de rechtbank niet tot gevolg dat de economische levensduur van een bestaande zonnepaneleninstallatie maximaal tien jaar zou bedragen. Afboeking van de herinvesteringsreserve op de aanschafkosten van de zonnepaneleninstallatie was niet toegestaan.

Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20174240, BRE 16/4145 | 10-08-2017