Op 17 juni 2020 is het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap ingediend bij de Tweede Kamer. Tijdens Prinsjesdag 2018 is deze maatregel al bekend gemaakt. Met deze wet wil de wetgever het bovenmatig lenen bij eigen vennootschap ontmoedigen. De maatregel treedt op 1 januari 2023 in werking.

Wat houdt het wetsvoorstel precies in?

Het wetsvoorstel houdt, kort gezegd, in dat je vanaf 2023 als aanmerkelijkbelanghouder samen met je partner nog tot 500.000 euro onbelast kunt lenen van je eigen vennootschap(pen). Een uitzondering geldt voor de financiering van je eigen woning.

Leen je samen met je partner meer dan 500.000 euro dan wordt het meerdere vanaf 2023 belast met de inkomstenbelasting alsof het een dividenduitkering is. Het eerste toets moment om te beoordelen of er sprake is van bovenmatige schuld is op 31 december 2023. Je hebt nog tot dat moment de tijd om bovenmatige schulden af te lossen.

Het maakt niet uit waarvoor de aanmerkelijkbelanghouder de schulden gebruikt. De excessief-lenenmaatregel geldt dus ook in de situatie waarin sprake is van zogenoemde gedekte schulden, zoals schulden waar bijvoorbeeld door recht van hypotheek bezittingen tegenover staan die meer waard zijn dan de hoogte van de schuld.

Wijzigingen

Het wetsvoorstel kon vorig jaar op stevige kritiek rekenen. Aan veel bezwaren komt de Staatssecretaris van Financiën niet tegemoet. Hij heeft echter wel een aantal aanpassingen gedaan aan het voorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.

Schulden partner

In de nota van wijziging wordt geregeld dat bij de bepaling van het bedrag aan schulden aan de vennootschap van een met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden persoon ook rekening wordt gehouden met de schulden van diens partner. Verbonden personen zijn de bloed- en aanverwanten in de rechte lijn van de aanmerkelijkbelanghouder of zijn of haar partner. Denk hierbij aan (groot)ouders of (klein)kinderen. De mogelijkheden om de grondslag van de maatregel uit te hollen worden hierdoor beperkt.

Vervreemdingsvoordeel

Deze nota van wijziging voorziet in een verlaging van de grondslag voor de conserverende aanslag met het bedrag dat als negatief fictief regulier voordeel in aanmerking zou zijn genomen als de aanmerkelijkbelanghouder de werkelijke leiding niet zou hebben verplaatst en zijn schulden zou hebben afgelost. Hierdoor wordt niet alleen bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder, maar ook bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland economische dubbele heffing voorkomen. Als een buitenlandse belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft in meerdere vennootschappen in Nederland, zal de verplaatsing van de werkelijke leiding van één van deze vennootschappen uit Nederland niet tot gevolg hebben dat de belastingplichtige geen aanmerkelijk belang meer heeft in een in Nederland gevestigde vennootschap.

Overgangsrecht

Onder de nieuwe wet wordt uitstel van betaling van een conserverende aanslag voor de inkomstenbelasting mede beëindigd als een positief fictief regulier voordeel wordt genoten. Op grond van overgangsrecht blijft op conserverende aanslagen die zijn opgelegd naar aanleiding van belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor 15 september 2015, 15:15 uur het ‘oude’ invorderingsrecht van toepassing. Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief heeft nu een aanpassing gedaan waarmee de maatregelen van het wetsvoorstel niet gaan gelden voor conserverende aanslagen waarop het oude recht van toepassing is gebleven.

Bron: Ministerie van Financiën